Bijvoet is een gele kleurstof, een insectenwerend middel, een ingrediënt in voedselgerechten en een mogelijke behandeling voor aandoeningen variërend van winderigheid tot onvruchtbaarheid. Niet slecht voor iets dat veel Amerikanen als een schadelijk onkruid beschouwen. Het is gerelateerd aan ambrosia en kan allergieën veroorzaken die vergelijkbaar zijn met ambrosia, wat kan verklaren waarom Amerikaanse tuinliefhebber het waar mogelijk proberen te verwijderen. Maar Bijvoet krijgt meer aanzien in andere delen van de wereld, waar het al eeuwen wordt gebruikt.
Een lid van de madeliefjesfamilie, Bijvoet of Artemisia vulgaris, komt oorspronkelijk uit Azië en Europa. Het kan tot meer dan 100cm hoog worden en heeft in de zomer gele of roodbruine bloemen. De bladeren hebben een zilverachtige dons aan de onderkant en het heeft een salie-achtige geur en een licht bittere smaak.
In het verleden werd bijvoet vereerd. Romeinse soldaten deden bijvoet in hun sandalen voordat ze marcheerden om vermoeidheid te voorkomen. Men dacht ook dat het mensen beschermde tegen wilde dieren en boze geesten. Mensen legden het onder hun kussens om levendige dromen op te wekken en plantten het rond hun huizen en tuinen om motten af te weren.